Deze taart ruikt zo lekker als hij in de oven zit! Alleen daarom is hij het al waard om te maken. Ik maakte hem voor het eerst voor de bewoners op mijn werk. Daar vinden de taarten die ik op maandag maak, op dinsdagochtend gretig aftrek. Van te voren wist ik niet precies wat ik van de taart verkoop moest verwachten. Dat het zo’n succes zou worden heb ik (en de collega die met het idee kwam) nooit durven dromen. Zo gaaf! Ook deze taart was een toppertje en mag nog een paar keer op het taartmenu terug komen. En dan is het ook weleens tijd om dit toppertje met jullie te delen. Lekker om aankomend weekend bij de koffie te serveren. Of bij de eerst volgende verjaardag.
Dit heb je nodig voor een springvorm van 22-24 cm:
Voor het deeg:
150 gram zelfrijzend bakmeel
150 gram Zeeuwse bloem
flinke snuf zout
200 gram koude roomboter, in kleine blokjes
150 gram witte basterd suiker
flinke snuf kaneel
1 M ei
Voor de vulling:
1 kg Goudreinet appels
50 gram suiker
100 gram rozijnen
flinke snuf kaneel
60 gram maïzena
75 gram Amaretto
250 gram bitterkoekjes
voor de afwerking:
Handje amandelschaafsel
100 gram abrikozenjam
En verder:
Deegroller
Bakpapier
Zo ga je te werk:
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Wel de rozijnen in 100 ml warm water en 15 gram amaretto.
Breek de bitterkoekjes in 4 of 5 stukjes.
Week 125 gram bitterkoekjes in 30 gram amaretto.
Bekleed de springvorm met bakpapier
Vet de staande rand in en bestrooi de rand met bloem.
Kneed van alle ingrediënten voor het deeg een soepel en samenhangend deeg.
Houd ongeveer 1/3 deeg achter voor de bovenkant. Verdeel de rest van het deeg over de bodem en de randen van de springvorm.
Verdeel 20 gram maïzena over de deegbodem.
Zet de vorm in de koelkast en laat het deeg opstijven in de tijd dat de appelvulling gemaakt wordt.
Meng de overige bitterkoekjes met de overige amaretto, schep het even goed door elkaar en verdeel ze over de bodem van de springvorm.
Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snij in kleine stukjes.
Dep de rozijnen goed droog.
Doe de appelstukjes, bitterkoekjes en overige ingrediënten voor de vulling bij elkaar en meng het goed door.
Verdeel de appelvulling over de taartbodem en druk het stevig aan.
Rol het overgebleven deeg uit. Snij hier repen van ongeveer 1,5 cm dik van.
Maak een vlechtwerk op de bovenkant van de taart. Druk de randen van het deeg goed aan.
Strooi het amandelschaafsel over de taart.
Bak de taart in ongeveer 45 – 60 minuten gaar en goudbruin in het midden van de oven.
Verwarm de abrikozenjam. Strijk dit met een bakkwastje over de taart direct nadat je de taart uit de oven gehaald heb.
Verwijder na ongeveer 10 minuten voorzichtig de taartrand maar laat de taart verder afkoelen op de taartbodem.
Een gedachte over “Week van ‘De appels en peren’ ~ Dag 4: Appeltaart met bitterkoekjes en amaretto”