Tot voor kort was het voor veel Nederlanders normaal: Met een bakje of een emmertje bramen plukken bij struiken die gewoon in het wild groeien. Tot er een paar weken terug ineens in de media verscheen dat dit volgens de flora- en faunawet niet eens mocht. Nooit geweten dat ik me crimineel gedroeg en kans maakte op een dikke vette prent. Één lichtpuntje voor mij: Ik heb dit jaar die wilde struiken niet nodig gehad. Van de buurvrouw kreeg ik namelijk een kilootje van de struik in hun moestuin. Ze moesten snel verwerkt worden omdat ik daar de komende 3 dagen geen tijd had voor had. Ik kookte er daarom een heerlijke bramen sap van. Deze smaakt prima als je hem zo drinkt maar is ook heerlijk bij de yoghurt, een bolletje ijs of als basis voor een bramenmousse.

 

 

Dit heb je nodig voor het sap:

800 gram bramen

200 gram water

150 gram suiker

En verder:

Aardappelstamper

Zeef

Theedoek

Vershoudschaal  waar de zeef goed inpast en waar een deksel bij is.

Zo ga je te werk:

Was de bramen goed.

Doe de bramen, het water en de suiker in een pan en breng het aan de kook.

Laat het ongeveer een uurtje koken met een deksel op de pan. Pas op voor overkoken!

Kneus de bramen zodat het sap beter vrij komt.

Leg de zeef op de vershoudschaal en leg de theedoek er over.

Giet voorzichtig de bramen en het aanhangende vocht in de theedoek.

Laat het sap ongeveer 8 uur uitlekken. Zodra het redelijk afgekoeld is kan je het afdekken met huishoudfolie. Zodra het op kamertemperatuur is kan je het beter in de koelkast verder uit laten lekken.

Knijp voorzichtig nog even het laatste restje sap uit de ‘bramenprut’.

Bewaar de sap in de koelkast.