Weet je om welk recept er de afgelopen jaren het meest gevraagd is? Om Fries suikerbrood en/of Friese Suikerbollen. Een heerlijke zoete traktatie. En het allerlekkerste als je het bij de Friese bakker koopt. Van die lekkere kleffe suikerbollen, in het Fries Sûkerpofkes genoemd, geef ik jullie vandaag mijn (koemelkvrije) recept.
Fryske Sûkerbôle en Sûkerpofke
Sinds mijn ouders eind 2011 naar Friesland verhuisden hebben wij heel wat ritjes die kant op gemaakt. Als we een ding geleerd hebben is het dat de Friese Suikerbollen (Sûkerpofke) of het Fruise suikerbrood (Sûkerbôle) daar in Friesland niet te vergelijken zijn met het Friese Suikerbrood dat in de rest van Nederland makkelijk verkrijgbaar is. Het smaakt anders en is veel lekkerder. De enige kanttekening die ik daarbij moet plaatsen is wel dat je het bij een bakker koopt die nog zelf suikerbrood bakt, want ook in Friesland zijn er bakkers die dit bij groothandels inkopen. Al met al zijn er genoeg redenen om zelf aan de slag te gaan met een recept voor suikerbollen.
Is het een workshop of een cursus?
Toen ik mijn allereeste broodbak workshop bij Mannin van Baksels.net volgde zat daar ook suikerbrood bij. Mannin heeft heel wat testbaksels gemaakt voor zij tevreden was over haar eigen recept. Het recept van Mannin gebruik ik nog altijd wanneer suikerbrood maak. Dat recept zal ik dus niet delen omdat je het hier op Baksels.net vind. Wel ging na die workshop, waarvan cursus een betere benaming zou zijn, aan de slag met mijn eigen (koemelkvrije) recepten. Ik vergeleek verschillende online recepten, maakte mijn eigen wensenlijstje met o.a. hoe een bolletjes moet smaken en ging aan de slag om zelf een koemelkvrije recepten te ontwikkelen. Dwars door mijn recepten voor bolletjes zie je nog altijd van wie ik het geleerd heb. En terwijl ik dit type boek ik ook nog een volgende workshop bij Mannin. Wie weet krijg ik dan ook de techniek van de croissants goed onder de knie!
Wil je dit recept opslaan op één van je Pinterest borden? Onderstaande foto zorgt ervoor dat je deze makkelijk en snel herkent waardoor je het recept net zo makkelijk en snel terug vind.
Aan de slag
Wanneer jij aan de slag gaat om deze Friese suikerbollen te maken, is het belangrijk om te weten dat je de parelsuiker niet te vroeg door het deeg moet verdelen. Dit doe je pas na de eerste rijs / rustperiode. Na een tweede rijs / rustperiode vorm je het deeg tot bolletjes. Deze tweede rustperiode is niet voor niets korter dan de eerste. Wanneer je de parelsuiker direct door het deeg verdeeld of de tweede rijsperiode te lang is smelt de parelsuiker al een beetje en wordt het lastig om er nog mooie bolletjes van te vormen. De tweede rijs/rustperiode overslaan kan echter ook niet omdat de gluten in je deeg de tijd nodig hebben om zich weer te ontspannen. Het maken van deze broodjes kent dan ook 3 rust / rijsmomenten, waarvan de eerste twee momenten korter zijn dan bij ongevulde broodjes.
Parelsuiker
Parelsuiker zijn eigenlijk grove suikerklontjes en wordt in verschillende groottes verkocht. Deze groottes worden aangeduidt met een P. Zo gebruik je voor Jan Hagel P2, voor wafels P4 en voor suikerbollen en suikerbrood gebruik je P4 en/of P5. Bij Mannin leerde ik dat een combinatie van die twee het lekkerst is. En eigenlijk is dat wat ik nu nog steeds doe. Helaas is P5 niet overal verkrijgbaar. Soms wordt er het ook als één product verkocht. Dit is verschillend per webshop en staat meestal duidelijk aangegeven. Lukt het niet om één van de twee te krijgen, dan volstaat of P4 of P5 ook.
Koemelkvrij
Ja… Het is echt waar: Deze suikerbollen zijn helemaal koemelkvrij en net zo lekker dan die met koemelk. Wel of geen koemelkallergie? Dit recept is absoluut geschikt voor iedereen! Heb jij wel een koemelkallergie? Kies voor een goede plantaardige roomboter vervanger. Mijn favoriet van dit moment is BleuBand Roombeter. Goede smaak, makkelijk verkrijgbaar, betaalbaar en regelmatig in de aanbieding.
Friese Suikerbollen
Ingrediënten
- 500 gram eiwitrijke (brood)bloem
- 30 gram fijne kristalsuiker
- 10 gram zout
- 15 gram citroenrasp
- 20 gram gist
- 1 m ei
- 245 gram lauw water
- 85 gram (plantaardige) roomboter op kamertemperatuur
- 320 gram parelsuiker P4 en/of P5
- 5 gram kaneel
Instructies
- Doe de bloem met de suiker, het zout en de gist in een kom en roer het met een garde door elkaar.
- Voeg de citroenrasp, het ei en het water toe.
- Kneed met de hand of een machine tot een deeg waar je een dun vliesje van het deeg kunt trekken.
- Voeg de boter toe en kneed dit er goed door. Het deeg ‘schrikt’ hiervan en valt hierdoor uit elkaar. Kneed gewoon door dan komt het vanzelf goed.
- Laat het deeg een half uur rusten / rijzen op kamertemperatuur.
- Druk het deeg zo plat mogelijk uit zonder het te scheuren.
- Verdeel ruim de helft van de parelsuiker over het deeg. Zorg dat de suikerparels elkaar niet te veel raken en hou ongeveer 1/3 van het deeg parelsuiker vrij.
- Bestrooi de parelsuiker met ruim de helft van de kaneel.
- Nu moet het deeg gevouwen worden, dit doe je in twee stappen. Bij de eerste stap vouw je het deeg zonder parelsuiker en kaneel over het middelste deel van het deeg. Dan druk je het deeg lichtjes aan en vouw je het deeg over het laatste derde deel heen.
- Druk het deeg goed uit, zodat alle luchtbellen eruit zijn en de parelsuiker gevangen zitten in het deeg. Probeer het deeg ook nog wat uit te drukken zodat het wat dunner wordt.
- Bestrooi het deeg opnieuw voor 2/3 met ruim de helft van de parelsuiker en kaneel.
- Vouw het deeg zonder parelsuiker over het middelste deel van het deeg, druk het lichtje aan. Vouw het nu over de laatste helft van het deeg.
- Druk het deeg opnieuw goed aan en eventueel nog een beetje uit, zodat de lap deeg weer wat groter wordt. Waarschijnlijk merk je dat dit lastiger gaat omdat de gluten zich meer gaan spannen en het deeg daardoor niet meer zo elastisch is.
- Bestrooi 2/3 van het deeg met de laatste parelsuiker en kaneel.
- Vouw het deeg zonder parelsuiker over het middelste stuk deeg en druk het lichtjes aan.
- Vouw het deeg nu ook over het laatste deel deeg heen.
- Laat het deeg nu opnieuw een half uur rusten / rijzen.
- Zet een kommetje heet water in de oven zonder de oven aan te zetten. Hierdoor wordt je oven een vochtige rijsruimte voor de suikerbollen.
- Bekleed een bakplaat met bakpapier.
- Druk het deeg uit zodat er geen luchtbellen meer in zitten. Druk het deeg niet teveel uit want dan krijg je problemen met de parelsuiker tijdens het opbollen.
- Verdeel het deeg in 12 gelijke stukken.
- Bol de stukken deeg op en leg op een met bakpapier bekleede bakplaat.
- Laat het deeg nu een uur rijzen in de vochtige oven.
- Na ongeveer 50 minuten check je hoever het deeg gerezen is. Is het deeg bijna klaar met rijzen dan haal je de bakplaat uit de oven en laat je deeg verder rijzen op een tochtvrije plaats in huis.
- Verwarm de oven voor op 200 graden.
- Giet een klein beetje heet water in de oven, het liefst in een klein bakblikje.
- Bak de bolletjes zodra ze voldoende gerezen zijn op 160 graden in ongeveer 18 minuten goud bruin en gaar.
- Verwijder de bollen direct van de bakplaat en laat ze afkoelen op een rooster.
- Besmeer de bollen met een beetje boter of gembersiroop.
Een gedachte over “Friese Suikerbollen”