Het is alweer woensdag. Nu de kinderen thuis zijn, was mijn dinsdag totaal anders dan normaal. Het huishouden werd maar even genegeerd en ik ging met de kinderen aan slag voor school. De was enzo komt later wel weer. Voor nu sta ik er even alleen voor. Juist deze week moest Jasper voor zijn werk naar de andere kant van het land. We maken er met elkaar het beste van en dat gaat ons prima af. Wel merk ik dat de kinderen het lastig vinden. Niet naar school, niet zomaar overal heen, niet naar vriendjes… Ze vragen zich de hele dag af hoe ze hem door moeten komen. Daarom heb ik inmiddels een planning gemaakt, waarbij ik de dag in halve uurtjes opgedeeld heb. Zo weten zij (en ik ook) precies wat we gaan doen. Deze planning hou ik de komende weken zoveel mogelijk aan. Of er nu veel van bakken komt? Ik denk dat ik dat er maar een keer als activiteit in ga gooien. Kunnen we mooi een rekenlesje van maken 😀 En het laatste halve uurtje van de ‘schooldag’ is gereserveerd voor een beloning. Mooi moment om die tijd te besteden aan koekjes bakken 😉 Ga jij bakken met of zonder kinderen? Bak dan vooral deze lekkere karamel-vanille koekjes. Een heerlijk sandwichkoekje met niet één maar twee vullingen! Hoe lekker is dat?

Dit heb je nodig voor ci. 20 koekjes:
Voor het deeg:
225 gram Zeeuwse bloem of patentbloem
150 gram koude (room)boter
2 zakjes vanille suiker
85 gram poedersuiker
snufje zout
1 eigeel
snuf kaneel
Voor de vanillecréme:
150 gram poedersuiker
40 gram (room)boter op kamertemperatuur
3 eetlepels heet water
2 zakjes vanillesuiker of het merg van één vanillestokje
Voor de karamelsaus:
50 gram van Gilse keukenstroop Karamel
30 gram licht bruine basterd suiker
25 gram roomboter
snuf kaneel
snuf zout
Extra nodig:
Poedersuiker om de koekjes te bestuiven

En verder:
vierkante uitsteker van ci. 5 cm
hartjes uitsteker van ci. 3 cm
bakplaat bekleed met bakpapier
2 spuitzakken met een klein rond spuitmondje
melkzeef

Zo ga je te werk:
Maak eerst de koekjes:
Zeef de bloem.
Voeg de suiker en het zout er aan toe en meng deze goed met elkaar.
Snij de koude roomboter in kleine stukjes.
Voeg de roomboter en het eigeel toe aan de het bloemmengsel. 
Kneed er een soepel deeg van.
Rol het deeg, tussen 2 lagen huishoudfolie uit tot ongeveer 3 mm dikte.
Leg het een uur koud weg in de koelkast.
Steek vierkante vormpjes uit en leg deze op een met bakpapier bekleedde bakplaat. Steek uit de helft van de koekjes een hartje.
Zet de bakplaat nog een half uurtje in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 175 graden boven- en onder warmte.
Bak de koekjes in circa 10 minuten gaar.
Laat de koekjes volledig afkoelen.
Maak intussen de karamel- en vanillevulling:
Doe alle ingrediënten voor de karamelsaus in een pan en breng het aan de kook.
Laat het, al roerend 2 minuten koken. Schakel dan de hittebron uit en laat het wat afkoelen.
Meng de ingrediënten voor de vanillevulling tot een samenhangende massa.
Doe beide vullingen in de spuitzakken.
Bestuif de koekjes, waar de hartjes uitgestoken zijn met poedersuiker. Doe de poedersuiker hiervoor in een melkzeefje.
Spuit op de andere koekjes een laagje vanillecréme.
Leg het tweede koekje er op.
Vul het hartje op met karamelsaus.