Wat heb je nodig:
150 gram koude boter in stukjes
250 gram bloem + iets extra
100 gram basterdsuiker
flinke snuf zout
300 gram amandelspijs
3 eetlepels heet water
1 theelepel citroensap
Halve amandelen (die liet ik achterwege)
En verder:
Deegroller
uitsteekrondje van circa 6 cm
vershoudfolie
Uitrollatjes ong. 2-3 mm dik
bakplaat bekleed met bakpapier
Zo ga je te werk:
Snij de koude boter in kleine stukjes en laat ze iets zachter worden.
Klop 1 ei los.
Meng de bloem, de basterdsuiker en een flinke snuf zout door elkaar. Kneed de boter en het ei snel in delen door het bloem mengsel heen. Kneed het tot een samenhangend deeg.
Pak een flinke lap verhoudfolie en leg dat op je aanrecht neer.
Leg het deeg op de folie neer. Doe dit niet in het midden maar juist aan de bovenkant.
Druk het deeg iets plat. Leg het ander eind van het vershoudfolie over het deeg heen.
Rol het deeg, met hulp van een deegroller uit tot een lap van ong. 1,5 cm dik.
Leg het voor ongeveer 2 uur in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 225 graden.
Breek de amandelspijs in stukjes en doe het in een schone kom.
Klop het andere ei los en doe de helft hiervan bij de amandelspijs.
Voeg ook een theelepel citroensap en 3 eetlepels heet water toe.
Meg dit met elkaar tot een samenhangend mengsel.
Zet het weg in de koelkast tot je het nodig hebt.
Haal het deeg uit de koeling. Laat de lap tussen het folie zitten. Rol met hulp van de uitrollatjes het deeg gelijkmatig uit.
Steek met hulp van het uitsteek rondje rondjes uit het deeg.
Leg de helft van de deegrondjes op de met bakpapier bekleedde bakplaat.
Leg op ieder deegrondje een hoopje amandelspijs.
Dek het amandelspijs af met een tweede deegrondje.
Druk dit goed aan.
Herhaal dit met de restjes deeg tot je niet meer koeken kan maken.
Bak de koeken in ongeveer 13 minuten goudbruin en gaan.
Haal ze uit de oven en laat ze even afkoelen op de bakplaat.
Leg ze daarna op een rooster en laat ze verder afkoelen. Let er wel op dat ze vlak liggen.